Een bedrijfswagen is een goed middel om medewerkers aan te trekken en te behouden. Maar hoe pakt u de financiering ervan aan? Een werkgever heeft drie mogelijkheden om een bedrijfswagen te bekostigen.
Aankoop
Laten de financiële middelen het toe, dan kunt u de wagen kopen. U bent dan het volledige bedrag in een keer verschuldigd, ook de btw. Bijgevolg bent u de eigenaar van het voertuig en komt de auto op de balans van de onderneming. Gaat u een lening aan voor de aankoop? Dan trekt u de interestkosten volledig af.
Leasing
Neemt de aankoop van een wagen een te grote hap uit het budget? Dan spreidt u met een leasing de kost in maandelijks bedragen. De wagen komt op de balans en is afschrijfbaar. De leasingmaatschappij (lessor) is de juridische eigenaar. De lessee krijgt enkel het gebruiksrecht. Bij operationele leasing staat de lessor ook in voor interesten, onderhoud, verzekeringen enzoverder. Neemt hij deze kosten niet voor zich? Dan is er sprake van financiële leasing. Het einde van het contract is gevolgd door:
- Wagen inleveren,
- Aankoopoptie of
- Contracthernieuwing
Renting
Een tweede mogelijkheid om de kost te verdelen, is renting of huur. De maandelijkse facturen worden ingeboekt als bedrijfskosten in de resultatenrekening. Ook hier bent u enkel gebruiker en niet de juridische eigenaar. Voor bijkomende kosten, zoals taksen, onderhoud en verzekeringen staat de huurder zelf in. Loopt het huurcontract op zijn einde, dan kiest de werkgever tussen:
- Wagen inleveren of
- Aankoopoptie (doorgaans hoger restbedrag dan bij leasing)
Is een bedrijfswagen voordelig?
Voor u een bedrijfswagen aanschaft, bepaalt u best of dit wel interessant is. Zowel voor de werkgever als de werknemer houdt een bedrijfsvoertuig voor- en nadelen in.
Voor de werkgever
Een werkgever doet meer voordeel als hij zijn medewerkers een auto aanbiedt dan wanneer hij het equivalent uitbetaalt als extra loon. Een loonsverhoging impliceert immers ook een stijging van het vakantiegeld of een dertiende maand. Daarnaast is er een fiscaal voordeel: een bedrijfsvoertuig en de kosten ervan zijn aftrekbaar. De overheid bouwt echter het fiscale gunstregime langzaam maar zeker af.
Voor de werknemer
De werknemer bespaart met een bedrijfswagen. Hij hoeft namelijk zelf niet te investeren in een wagen. Ook onderhoudskosten, belastingen en verzekeringen vallen van zijn schouders. Dankzij de bescherming door het arbeidsrecht kan de wagen ook niet zomaar ontnomen worden. Ontslag of loopbaanonderbreking? Dan bent u uw vervoersmiddel echter kwijt. Een auto is bovendien geen extra geld en telt niet mee voor de berekening van vakantiegeld of pensioen. Het privégebruik wordt tot slot belast als een voordeel alle aard.
Alternatieven
Heeft de werknemer niet per se nood aan een bedrijfswagen, dan is het mobiliteitsbudget een goed alternatief. Hierbij kan hij niet enkel opteren voor een milieuvriendelijkere wagen, maar ook voor een elektrische fiets of de terugbetaling van openbaar vervoer. In het kader van de verduurzaming die de overheid voor ogen heeft, is dit zeker interessant. Tot slot kunnen medewerkers ook kiezen voor een loonsverhoging in plaats van extralegale voordelen.
Beste leningen en andere financieringsmogelijkheden
Blijf op de hoogte van de beste leningen en andere financieringsmogelijkheden tegen interessante leningsvoorwaarden dankzij onze gratis nieuwsbrief.