In 2019 kreeg de term ‘kinderbijslag’ een nieuwe benaming: het Groeipakket. Het omvat een startbedrag, een maandelijkse uitkering en een schoolbonus voor elk kind in Vlaanderen. Het Groeipakket ondersteunt Vlaamse gezinnen dus bij de verzorging van hun kind(eren) en biedt hen het nodige om een goede opvoeding te garanderen. Toch zorgde deze hervorming voor kritiek en onrust bij heel wat gezinnen en volgden er meerdere voorstellen om de hervorming opnieuw bij te sturen.
Verlaagde toeslagen voor weeskinderen
Naast het startbedrag, het maandelijks basisbedrag en de schoolbonus zijn er ook een aantal extra toeslagen voorzien voor kinderen die meer ondersteuning nodig hebben. Het gaat om pleegzorgtoeslagen, zorgtoeslagen voor specifieke ondersteuningsbehoeften en wezentoeslagen. Dat laatste bracht na de hervorming veel discussies met zich mee.
De toeslagen voor weeskinderen zijn namelijk sterk verlaagd. Voor kinderen die nog in het oud systeem zitten, verandert er niets. Maar kinderen die pas na de hervorming (half)wees werden, kunnen maar liefst tot 42% van de vroegere uitkering verliezen. Kinderen in kwestie zijn met andere woorden niet enkel (één van) hun ouders kwijt, maar verliezen ook nog eens hun recht op een volwaardige kinderbijslag.
Kritiek op de hervorming
Vlaams Parlementslid Ann De Martelaer (Groen) omschrijft de situatie als volgt: “Binnen het Groeipakket wordt de geboortedatum van het kind als leidraad gebruikt voor de toekenning van de rechten, behalve bij kinderen die één of beide ouders verliezen. Dan wordt er plots gekeken naar de sterfdatum van de ouder(s). Het is niet logisch.”
Ook de Gezinsbond en het Netwerk tegen Armoede maken zich zorgen. Eén op de 5 Vlaamse kinderen groeit op in armoede. Volgens hen kan het Groeipakket veel efficiënter ingezet worden om dat cijfer aanzienlijk te verlagen.
Blijvende strijd tegen kinderarmoede
Geen enkel gezin mag in armoede leven of er dieper in wegzakken door kinderen te hebben. Drie parlementspartijen (Groen, Vooruit en PVDA) dienden daarom een voorstel van resolutie in, waarin ze de hervorming willen herzien. Daarbij vragen ze om de sociale toeslag van het Groeipakket te verhogen en om, zoals voordien, de geboortedatum van elk kind te gebruiken als leidraad van hun uitkering. Bovendien willen ze een onafhankelijke werkgroep samenstellen om kinderarmoede grondig aan te pakken.
Ook de meerderheidspartijen deden een voorstel van resolutie over de evaluatie van het Groeipakket. Beide resoluties werden besproken en er werd gestemd. Het voorstel van de meerderheidspartijen werd aangenomen, maar dat van de oppositiepartijen niet. Volgens het Federaal Planbureau draagt het Groeipakket amper bij tot de vermindering van kinderarmoede. Het cijfer daalt heel licht bij gezinnen met één kind, maar voor grote gezinnen en gezinnen met slechts één ouder stijgt het risico op kinderarmoede.
De hervorming van het Groeipakket helpt de bestrijding tegen kinderarmoede dus nog steeds niet vooruit, wat zorgt voor blijvende teleurstelling en onrust bij meerdere huishoudens.
Een reactie achterlaten